Share This Article
Ik móet schrijven van mijn psycholoog. Is dat even mooi! Dat vond ik toch al leuk.
Op dit moment lees ik ‘Ongetemd leven’ van Glennon Doyle. Tijdens het lezen dwaal ik af naar vroeger en link het aan wat mijn psycholoog me steeds vraagt. Hoe zijn dingen geworden zoals ze zijn en waar zit pijn? Waar zit nou echt dat wat zo verschrikkelijk zeer doet? Waar staat die emetofobie voor? Probeer dat eens figuurlijk te benaderen in plaats van letterlijk.
Poe
In Ongetemd Leven lees ik over De Pijn. Hoe lang ze daar straks nog over doorgaat weet ik eerlijk gezegd niet. Want al bij de eerste alinea dwaal ik af naar vroeger en besluit ik – door die stok achter de deur van mijn psycholoog – het op te schrijven. Verfrissend. In plaats van dezelfde rondjes in mijn hoofd te maken. Steeds weer en steeds weer.
Ik ken die Pijn namelijk. Alleen heet het bij mij misschien anders. Ik weet wel meteen waar ze het over heeft. Ik lag vroeger als kind wakker in bed omdat ik bang was dat één van mijn ouders er niet meer zou zijn. Toen al observeerde ik gezichtsuitdrukkingen en las ik stiltes.
Ook heb ik dingen altijd als heel erg ‘eindig’ gevoeld. Het leven kan niet zo blijven als het is. Voor je het weet ben je alweer in een nieuwe fase. En ik denk dan weemoedig terug naar het eerdere. Ik ben soms bang voor de toekomst, waarin ik zeker weet dat ik nog meer afscheid zal moeten nemen. Vermoedelijk verlang ik dan weer terug naar deze tijd.
Nu alvast bang
Als ik naar mensen kijk zie ik bijna altijd een kwetsbaarheid. Ik zag het vanmorgen nog, bij de Italiaanse meneer waar ik buiten wel eens mee klets als hij de hond van zijn zoon te logeren heeft. Hij vertelde over zijn huisje in Sardinië. Als zijn vrouw over 2 jaar ook met pensioen gaat zijn ze van plan daar veel vaker heen te gaan. In een voor hem vrolijk verhaal zie ik verdriet. Ik vond hem ineens zo’n lieve man. Liefdevol over zijn vrouw en zijn gezin. Zijn kinderen die al lang en breed het huis uit zijn. Bijna samen met pensioen.
Ik zie ze zitten op hun terras voor hun huis in Sardinië, bloemen om hen heen, nippend aan een klein glaasje wijn. Hij lijkt ineens een stuk kleiner terwijl hij zo voor me staat. Ik voel een “eindig gevoel” opkomen. Ik voel een kwetsbaarheid en heimweegevoel als ik verder luister naar de plannen, die niet eens van mij zijn.
Er flitst nog iets door me heen tijdens het lezen van mijn boek. Namelijk dat mijn eigen kinderen niet meer heel klein zijn. Ook dat is eindig, dat vastpakken van dikke baby-spek-beentjes en kusjes krijgen met open mond. Had ik maar veel meer genoten van die periode. Nog even en ik zit ergens op een terras terwijl ik met pensioen ben. Waarom klaagde ik zoveel over de tropenjaren? Ik neem mezelf kwalijk dat ik zoveel weken, jaren voorbij laat gaan zonder er nóg intenser van te genieten. Ik ben nu al bang dat ik ‘nu’ ga missen.
Dus ik ken De Pijn – maar al te goed
Om de vraag van mijn psycholoog te beantwoorden: ‘waar staat die emetofobie voor?’. Misschien wel voor pijn. Maar ho ho… ik kan in dit stadium helaas nog geen harde uitspraken doen. Hier ga ik eerst nog langdurig over piekeren.
Bij voorkeur lekker in mijn eentje in het donker als ik eigenlijk moet slapen.