Share This Article
Ik schrijf niet! Geen dagelijks schrijfboek, bijna geen blogs en ik heb geen lopend leuk project. En ik mis het zo…
Ik schrijf niet omdat de dagen voorbij vliegen. Er zitten te weinig uren in een dag. Elke dag denk ik: “morgen ga ik weer schrijven. En mediteren. En het huis van onder tot boven schoonmaken. En hardlopen.” Geen van die dingen is dan de volgende dag weer gelukt. Ik lig opnieuw in mijn bed en ben enigszins teleurgesteld.
Dat niet hardlopen en niet mediteren wil ik dan nog wel voor lief nemen. Ik kan ergens wel accepteren dat je als werkende moeder in de tropenjaren nou eenmaal niet tijd hebt voor alles. En dat blinkende huis… Het lukt me ook nog wel genoegen te nemen met “het is redelijk aan kant”.
Schrijven mis ik
Maar dat schrijven. Schrijven mis ik omdat dat mijn belangrijkste rustpunt is en een grote bron van geluk. Als ik niet weet wat ik denk weet ik het wel als ik in mijn schrijfboek heb geschreven. Een blog schrijven geeft me een blij hypergevoel. Een schrijfproject kost geen energie, maar geeft energie.
Dus ik maak hierbij de zoveelste schrijfbelofte aan mezelf: ik mag het prioriteit geven. Dan maar iets minder actief en een laagje stof op de kasten. Als ik maar schrijf.
Dat heb ik onderschat
Weet je dat ik gewoon even de draad kwijt ben met wanneer corona nou begon? Is dat nou 2 of al 3 jaar geleden? Ik gok op 3. In ieder geval is het al die tijd ons huis voorbij gegaan. (De oudste jongens wel een keer, die waren toen precies bij hun vader.) Tot een paar weken geleden. Ik was er lang niet meer mee bezig en als ik er al over nadacht ging ik er helemaal vanuit dat we het zouden afdoen met een verkoudheidje.
Dat was toch een kleine onderschatting. Man en jongste spruitje zijn onwijs ziek geweest. De oudste van de twee heb ik dagen niet gezien. Hij hoefde ook niks behalve paracetamol. Hij lag met hoge koorts met 3 dekbedden en een straalkacheltje in de logeerkamer en had het nog koud. De kleinste was voor het eerst zó ziek. En hij was zieker dan ik met de andere twee ooit heb meegemaakt.
Eén avond was het ergste; zijn koorts schoot ineens omhoog naar de 40.6 en hij was even van het padje af. Als echte angsthaas natuurlijk meteen de huisartsenpost gebeld. Of hij suf was? Ja een beetje wel. Wel alert als je contact zoekt? Ja, dat wel. Het mag bij zo’n virus hè, dat het lijfje even heel hard gaat werken om het eruit te gooien. Heeft hij nog geplast? Ja, een beetje. Kleed hem maar verder uit en geef maar iets eerder een zetpil. Goed in de gaten houden.
De mama-slaap
En dus deed ik de mama-slaap. Met hem naast me in bed. De andere zieke in de logeerkamer. Steeds weer aan zijn hoofdje voelen of het niet weer omhoog schoot met die koorts. Bij elke jammer-sessie tussen hazenslaapjes door een slokje water proberen. En zo blij zijn het weer licht te zien worden.
De volgende dag was ik ook ziek. Mama-ziek. Dat houdt in: dat het eigenlijk niets anders is dan op andere dagen.
Nee hoor, ik moet zeggen dat ik van ons drie de minst erge klachten had. Ik kon dus nog zorgen. Het duurde laaaaang voordat de mannen opknapten. Hoe een kind normaliter de ene dag nog koorts kan hebben en de volgende dag rondhuppelt, zo was het niet. Sammie bleef nog dagen ellendig. Niet willen eten, weinig drinken en alleen maar liggen op de bank. Daan knapte na nog weer een aantal dagen op en kon meer met het kleine manneke bezig. Ik had vooral nog last van extreme moeheid maar kon… Gelukkig. Naar. Bed. Ik ging dagenlang om vijf uur ‘s middags al aftaaien voor de avond.
Stille hoop
Dan wil ik graag nog eindigen met wat anders niet leuks. En dat is de lente. Die veel te lang op zich laat wachten. Na de lange saaie winter, alle sprongetjes en doorkomende tandjes en als kers op de taart nog corona, ben ik namelijk HEEL erg toe aan lente. Ik start mijn dag iedere dag op weeronline.nl waar je standaard de 5 dagen verwachting ziet. Ik klik dan aan “14 dagen” en hoop dan dat er achter die 5 dagen takkeweer allemaal zonnetjes en dubbele cijfers tevoorschijn schieten.
Ik zou zeggen: kijk naar buiten en oordeel zelf.